Alleen na een echtscheiding of het beëindigen van een geregistreerd partnerschap heeft u eventueel recht op partneralimentatie. Dus niet na beëindiging van een ongehuwd samenwonen. Partneralimentatie is bedoeld om de overgang naar een zelfstandig financieel bestaan makkelijker te maken, met name in situaties waarin er een aanzienlijk inkomensverschil is tussen de voormalige partners. Het claimen van uw recht op partneralimentatie kan een belangrijke stap zijn om uw financiële stabiliteit na een scheiding te waarborgen.
Wanneer heeft u recht op partneralimentatie?
U heeft mogelijk recht op partneralimentatie als u na de scheiding niet voldoende inkomen heeft om in uw eigen levensonderhoud te voorzien en uw voormalige partner voldoende inkomen heeft om daaraan bij te dragen. Uitgangspunt is dat u beiden in de gescheiden situatie zoveel mogelijk op een vergelijkbaar welstandsniveau kunt leven.
Verschillende factoren, zoals de duur van het huwelijk, de huidige en toekomstige inkomenssituatie, en eventuele andere zorgverplichtingen (kinderen), kunnen van invloed zijn op de hoogte en duur van een recht op partneralimentatie.
Per 1 januari 2020 is de maximale duur van partneralimentatie in principe 5 jaar. Voorheen was dat een stuk langer, namelijk 12 jaar. Uitgangspunt is dat de alimentatieduur gelijkgesteld aan de helft van de duur van het huwelijk met een maximum van vijf jaar. Er zijn een aantal uitzonderingssituaties, namelijk:
- Bij huwelijken met kinderen, die de leeftijd van twaalf jaar nog niet hebben bereikt, kan de duur maximaal twaalf jaar zijn, te weten tot het jongste kind twaalf jaar oud is;
- Bij huwelijken die langer hebben geduurd dan vijftien jaar, waarbij alimentatiegerechtigde binnen tien jaar de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt, wordt de duur verlengd tot het moment dat de AOW-gerechtigde leeftijd is bereikt;
- Bij huwelijken die langer hebben geduurd dan vijftien jaar en de alimentatiegerechtigde is geboren op of voor 1 januari 1970 en over langer dan tien jaar de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt, geldt een alimentatietermijn van tien jaren.
Hoe bepaalt de rechter de hoogte van partneralimentatie?
De hoogte van partneralimentatie wordt bepaald op basis van wat de alimentatiegerechtigde nodig heeft (de behoefte) en wat de alimentatieplichtige kan betalen (de draagkracht). De behoefte van de alimentatiegerechtigde wordt berekend op basis van de welstand tijdens het huwelijk en de kosten van levensonderhoud na de echtscheiding. De welstand zoals u die gewend was tijdens het huwelijk is bepalend.
Van belang is
- De inkomens vòòr en na de scheiding
- De mogelijkheid in de toekomst een eigen inkomen te verwerven (verdiencapaciteit)
- Of er kinderen zijn en hun leeftijd
- (soms) het bestaan van schulden na de scheiding
Om de hoogte van de partneralimentatie te bepalen, kunnen partijen gebruikmaken van de zogenaamde ‘Tremanormen’. Deze normen bieden richtlijnen voor de berekening van zowel de behoefte als de draagkracht. De rechter kan deze normen als leidraad gebruiken bij het bepalen van de hoogte van de partneralimentatie. Daarnaast kan de hoogte van partneralimentatie ook worden beïnvloed door andere factoren, zoals de zorgtaken voor eventuele kinderen en de mogelijkheid van beide partijen om in hun eigen levensonderhoud te voorzien. De rechter is niet aan de tremanormen gebonden, maar ze worden wel in een zeer groot aandeel van de rechtszaken tot uitgangspunt genomen.
Bij het bepalen van de financiële draagkracht kijkt deze ook naar individuele omstandigheden en verplichtingen. Indien de ex-partner voldoende financiële ruimte over houdt om naast zijn eigen kosten nog een alimentatie te voldoen is er sprake van draagkrachtruimte.
De kinderalimentatie heeft voorrang. Pas als er dan nog draagkrachtruimte over is, kan deze voor partneralimentatie worden gebruikt. Kinderalimentatie gaat dus vóór partneralimentatie.
Einde alimentatieplicht
De partneralimentatie kan in principe om 4 redenen eindigen:
- bij de dood van de betalende persoon of
- wanneer de maximaal door de rechter vastgestelde duur van de alimentatietermijn is afgelopen
- wanneer de alimentatiegerechtigde gaat samenleven met een nieuwe partner
- de alimentatiegerechtigde zelf in het levensonderhoud kan voorzien.
Soms bestaat er onduidelijkheid over het einde van een recht op partneralimentatie bij het aangaan van een relatie met een nieuwe partner. Dit is bijvoorbeeld het geval als de gerechtigde tot alimentatie trouwt, een geregistreerd partnerschap aangaat of als hij/zij gaat samenleven “als ware gehuwd.”. In dit geval eindigt de plicht tot alimentatie van rechtswege.
De alimentatie plicht stopt eveneens zodra de gerechtigde opnieuw duurzaam gaat samenleven. Die norm is steng en moet ook door de alimentatieplichtige worden aangetoond. Indien er weliswaar sprake is van een bestendige relatie, maar niet wordt samengewoond, loopt de alimentatieplicht dus gewoon door.
Er ontstaan vaak geschillen over de kwestie of nu wel of niet voldaan is aan de vereisten voor beëindiging van alimentatie wegens samenwonen. Dan kunt u dat met tussenkomst van onze familierechtadvocaten laten beoordelen door een rechter.
Verlenging alimentatieplicht
In zeer uitzonderlijke gevallen kan de duur van partneralimentatie in Nederland worden verlengd, zelfs als aanvankelijk een bepaalde termijn is bepaald. Bijvoorbeeld wanneer de omstandigheden van een van de voormalige partners aantoonbaar zijn gewijzigd, als gevolg van ziekte, werkloosheid of andere onvoorziene omstandigheden.
Een verlenging van de partneralimentatie kan worden aangevraagd bij de rechter. De rechter zal de specifieke omstandigheden van het geval beoordelen en bepalen of er voldoende gronden zijn om de duur van de partneralimentatie te verlengen. Het is belangrijk om juridisch advies in te winnen bij een gespecialiseerde familierechtadvocaat om te bepalen of uw situatie in aanmerking komt voor een verlenging van de partneralimentatie en om de juridische stappen te begrijpen die nodig zijn om dit te bewerkstelligen.