Een straf die aan een minderjarige wordt opgelegd, heeft de bedoeling ervoor te zorgen dat een minderjarige niet nog eens met politie/justitie in aanraking komt. Er wordt gekeken naar hoe het met je gaat, hoe vaak je al met politie/justitie in aanraking bent gekomen, of je naar school gaat, hoe je leven er verder uitziet en wat je motivatie is om een geschikte straf te bepalen. Hieronder leggen we kort uit welke straffen er zouden kunnen worden opgelegd. Heb je daar vragen over? Neem dan vrijblijvend contact met ons op, dat kost je niets.
Halt
Voor lichtere feiten, en bij jongeren die voor de eerste keer met politie/justitie in aanraking komen, behoort een Halt-straf tot de mogelijkheden. Een jongere kan dan bijvoorbeeld zijn excuses aanbieden aan het slachtoffer, of een werkstraf verrichten. Het voordeel van een Halt-straf is dat deze straf niet op het strafblad terecht komt. Het is een vorm van buitengerechtelijke afdoening, wat bij jongeren erg belangrijk is.
Strafbeschikking
Ook de officier van justitie kan een straf opleggen aan de jongere. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om een taakstraf of een geldboete. Wanneer de jongere het er niet mee eens is, is verzet mogelijk. Dat moet binnen twee weken worden ingesteld. Ook daar kunnen we u bij helpen.
Taakstraf
Een taakstraf is de meest opgelegde straf aan minderjarigen. Een taakstraf betekent dat een jongere een aantal uren moet werken, bijvoorbeeld bij een kringloopwinkel of in een verzorgingshuis. Een taakstraf kan ook gecombineerd worden met een leerstraf. Een leerstraf is een verplichte training of cursus, die bijvoorbeeld kan gaan over het omgaan met seksualiteit of over het aanleren van sociale vaardigheden.
Jeugddetentie
Aan jongeren kan ook een jeugddetentie worden opgelegd, die moet worden uitgezeten in een jeugdgevangenis, ook wel justitiële jeugdinrichting genoemd. Aan jongeren tussen 12 en 15 jaar oud kan maximaal 1 jaar jeugddetentie worden opgelegd. Aan jongeren van 16 en 17 kan maximaal 2 jaar jeugddetentie worden opgelegd.
Maatregelen (PIJ, ITB Criem, GBM)
Naast straffen kunnen er ook maatregelen aan jongeren worden opgelegd. Het verschil tussen straffen en maatregelen is dat een straf zich meer richt op vergelding (en leedtoevoeging) en een maatregel zich meer richt op heropvoeding of behandeling.
De bekendste en zwaarste maatregel die aan een jongere kan worden opgelegd is PIJ (dat staat voor Plaatsing in Inrichting voor Jeugdigen). Het wordt in de volksmond ook wel ‘jeugd-TBS’ genoemd. PIJ kan een aantal jaren duren. PIJ kan enkel worden opgelegd als het gaat om een misdrijf waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten, de behandeling nodig is om de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen te beschermen, en het in het belang is van een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van de jongere (art. 77s Sr). Bij jongeren die PIJ opgelegd krijgen is langdurige intensieve hulp of begeleiding noodzakelijk. Vaak is er bij deze jongeren sprake van een gedrags- of ontwikkelingsstoornis. Een PIJ maatregel duurt minimaal drie jaar, en kan worden verlengd tot maximaal zeven jaar. PIJ kan worden opgelegd naast jeugddetentie. In sommige (uitzonderlijke) gevallen kan PIJ, als de maximale duur is bereikt, worden omgezet in TBS.
Een minder zware maatregel is de GBM (gedragsbeïnvloedende maatregel). Deze zeer strenge, intensieve maatregel is bedoeld voor jeugdige veelplegers met ernstige gedragsproblemen, voor wie een voorwaardelijke straf of een taakstraf te licht is en de PIJ-maatregel te zwaar. De jeugdigen staan onder toezicht van de jeugdreclassering en moeten daarnaast verschillende trainingen volgen. De maatregel duurt minimaal zes maanden en maximaal een jaar en kan worden verlengd. Als de jeugdige zich niet houdt aan de aanwijzingen van de jeugdreclassering dan volgt jeugddetentie als een soort van time-out.
Een andere maatregel die kan worden opgelegd aan jongeren is ITB (intensieve trajectbegeleiding). Er zijn twee soorten, ITB CRIEM en ITB Harde Kern.
ITB CRIEM duurt meestal 3 maanden, maar kan worden verlengd. De maatregel wordt opgelegd aan jongeren van niet-westerse afkomst die voor de eerste keer, of voor meerdere lichte vergrijpen met justitie in aanraking komen. Het doel is te voorkomen dat de jongere opnieuw delicten pleegt. Het leven tussen twee culturen en de moeite die het gezin heeft om te integreren worden als risicofactoren gezien. De jongere wordt begeleid door de jeugdreclassering. Hierna volgt begeleiding vanuit de MHS (Maatregel Hulp en Steun).
ITB-Harde Kern is een maatregel die meestal voor 6 maanden wordt opgelegd, maar kan worden verlengd. De maatregel wordt opgelegd aan jongeren die een ernstig strafbaar feit hebben gepleegd en/of al eerder met justitie in aanraking zijn geweest. In plaats van jeugddetentie krijgt de jongere begeleiding van de jeugdreclassering. Als de jongere zich niet aan de afspraken houdt, stopt het traject en volgt alsnog jeugddetentie. Na afloop van de maatregel volgt begeleiding vanuit de MHS (Maatregel Hulp en Steun).
Schadevergoeding
Jongeren kunnen ook worden veroordeeld tot het betalen van schadevergoeding aan het slachtoffer van het strafbare feit waarvoor zij worden veroordeeld. Het slachtoffer kan namelijk een vordering benadeelde partij indienen.