Een ondertoezichtstelling heeft tot doel ouders te begeleiden bij hun opvoedtaken. Ouders krijgen daarbij hulp van een gezinsvoogd, die door de rechtbank wordt toegewezen. Het is gedwongen hulp. Een kind blijft wel gewoon thuis wonen.
De Raad voor de Kinderbescherming of een gecertificeerde instelling, zoals Jeugdbescherming, kan bij de rechter een verzoek doen tot ondertoezichtstelling van kinderen tussen de 0 en 18 jaar oud. De rechter moet dit verzoek op een zitting behandelen.
De OTS-maatregel duurt in principe meestal een jaar, maar kan ook voor enkele maanden worden opgelegd. Na een jaar kan de maatregel ook worden verlengd indien dat noodzakelijk is. Als een OTS zeer snel noodzakelijk is en het spoed heeft, kan deze ook voorlopig worden opgelegd door de rechter, waarna er snel (meestal binnen twee weken) een zitting volgt.
Wanneer kan een ondertoezichtstelling worden opgelegd?
Een OTS kan worden opgelegd wanneer er sprake is van ‘een ernstige bedreiging van de belangen van een kind’. Artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek noemt als voorwaarden voor een ondertoezichtstelling dat:
- Een kind zodanig opgroeit dat hij in zijn ontwikkeling ernstig wordt bedreigd;
Ouders de zorg die nodig is om die bedreiging op te heffen niet voldoende accepteren; - Verwacht wordt dat ouders binnen een voor het kind aanvaardbare termijn hun opvoedingsverantwoordelijkheid zullen waarmaken.
De wet noemt nadrukkelijk het criterium van een ernstige bedreiging. Een OTS vormt een inbreuk op het recht van ouders om hun kind naar hun eigen inzicht op te voeden, gewaarborgd in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Dit is een belangrijk recht en hiermee mag niet te lichtvaardig worden omgesprongen. De kinderrechter toetst de verzoeken tot OTS of verlenging OTS aan de gronden van de maatregel. De rechter is daarbij verplicht om de concrete ontwikkelingsbedreiging in de beschikking (uitspraak) op te nemen. De Raad voor de Kinderbescherming en de gezinsvoogd moet in hun verzoekschrift tot OTS of verlenging van de OTS de ontwikkelingsbedreiging opsommen en aantonen.
Wat als ik het niet eens ben met een (verzoek tot) OTS?
Als u het niet eens bent met een OTS, is het belangrijk dat u snel contact met ons opneemt. Wij kunnen u bijstaan in het gehele proces en een verweerschrift opstellen voor de zitting bij de kinderrechter. Dat betekent dat wij de kinderrechter zullen vragen de OTS af te wijzen.
Rechtsbescherming
Als ouders heeft u het recht gehoord te worden door de kinderrechter. Het is belangrijk dat u daar gebruik van maakt. Wij kunnen u daarin bijstaan. Kinderen vanaf 12 jaar kunnen ook gehoord worden door de kinderrechter. De kinderrechter vindt het belangrijk ook goed te luisteren en stil te staan bij wat het kind zelf wil. Als u het niet eens bent met de uitspraak van de kinderrechter, bestaat er de mogelijkheid tot hoger beroep. Ook daarmee kunnen we u vanzelfsprekend helpen.